Inktvis

Naar het schijnt kent de mens maar twee obsessies; seks en geld. Tel daar de laatste tijd maar ‘Corona’ bij. Wel, deze tekst gaat niét over Corona.
Ik at gisterenavond een Chinese afhaalschotel met inktvis. Inktvis wordt al eeuwen gelinkt aan bijzondere seksuele ervaringen. Wie droomt er nu niet van ontelbare, friemelende tentakels die je glibberig en hebberig omarmen? Die onstilbaar prikken en strelen, je oneindig likken – overàl tegelijkertijd – totdat je zoete zout uitstort in de zee. Mijn ex kwam in de buurt, hij kon me aanraken – ook daar waar zijn vingers niet waren. Ik mis hem en hij mist mij, maar ik weet niet of wij beiden klaar zijn om ‘het gemis’ in onze (on)mogelijke relatie met elkaar te accepteren. Het komt er het leven steeds op aan eenzaamheid te kunnen dragen, in een relatie of niet, Corona of niet. Het leven is helaas geen eeuwigdurende knuffelsessie met een multi-armige inktvis. Dingen blijven onvervuld en gaten ongevuld.

Ik klots een bel Champagne binnen, momenteel zowat de enige vorm van bubbels die toegestaan zijn. Mijn vork harkt rijst opzij, de inktvis blijkt uitgeput. Het leven is weer droog en solitair. Ik slik vitamine B, D, Magnesium, Zink en Omega 3 weg met nog een scheut bubbels. Ik neem het hele bed in, spreid armen en benen breed uit over de twee plekken. Ik ben een inktvis, zwevend in een oneindige ruimte, deinend op de golven. Mijn tentakels dwarrelen in de zee, dansen in de stroming, verstrengelen met andere tentakels. Ik zweef en dans, op en neer, reik naar die inktvis en dan weer naar de andere, doch lijkt geen enkele me echt te omarmen. Ik word wakker en tast in het duister naar de lege plek langs me, ik zucht en leg de hand op mijn hart – dat is vol.
Inktvissen worden ook wel krakers genoemd omdat ze kleine schaaldieren zoals krabben en kreeftjes kraken om ze kunnen op te eten. Hoe geraak ik door jouw pantser? Moet ik je kraken?

En overzees zijn twee lelijke, oude knarren aan het vechten om de macht. De ene is nog dwazer dan de andere. Het nieuws gaat alleen maar over geen nieuws. Ondertussen gaan ze het bluswater van de Fukushima lozen in de oceaan. Er zullen geen inktvissen meer zijn. Ik ga ’s middags joggen in het park in een mouwloos topje, het is bijna half november, het is zestien graden en ik houd me voor ogen dat alles normaal is. Groenwerkers blazen met blazers bladeren weg, gelukkig dragen veel mensen mondkapjes. Voor me struikelt een vrouw en valt neer, ik buig me over haar heen (we dragen beiden geen mondkapje), vraag of alles goed is, help haar overeind en begeleid haar na haar huis. Ik voel me schuldig, ik heb een mens aangeraakt – zover is het dus gekomen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.